×

Klik hier voor
inhoudsopgave

menuSnelstartgids AF-4X

Inhoud van verpakking

AirFiber AF-4X
GPS-antennemontage
Externe GPS-antenne
Metalen band
Tiewraps (2)
Universele beugel
airFiber PoE (24 V, 1 A) met montagebeugel
Netsnoer

Antennecompatibiliteit

De airFiber AF-4X-radio is ontworpen voor gebruik met de volgende airFiber X-antennemodellen:

De AF-4X kan ook worden gebruikt met de volgende RocketDish-antennemodellen:

1 Controleer de lokale/regionale regelgeving voor de maximale antenneversterking die voor uw toepassing is toegestaan.
2 Vereist universele beugel (meegeleverd) of AF-5G-OMT-S45-ombouwkit (niet meegeleverd).

Installatievereisten

Hardware-overzicht

airFiber-antenneconnectors

Worden gebruikt voor het aansluiten van RF-antennekabels (niet meegeleverd).

GPS-antenneconnector

Worden gebruikt voor het aansluiten van de GPS-antenne.

Signaallampjes

  Signaallampje 4 brandt blauw als het apparaat aanstaat.
Signaallampje 3 brandt groen als het apparaat aanstaat.
Signaallampje 2 brandt geel als het apparaat aanstaat.
Signaallampje 1 brandt rood als het apparaat aanstaat.

Opstarten met airOS Als u het apparaat van stroom voorziet, gaan de lampjes Voeding (Power), GPS, Verbinding (LINK), en signaallampjes 1-4 branden. Als de CPU-code het overneemt, gaan de lampjes GPS, Verbinding (LINK), en signaallampjes 1-3 uit. Signaallampje 4 blijft ononderbroken branden om aan te geven dat het apparaat bezig is met opstarten.

airFiber-software initialiseren Als de airFiber-toepassing wordt opgestart met airOS, schakelt signaallampje 4 over van ononderbroken branden naar knipperen met 2,5 Hz. Het lampje blijft knipperen tot het apparaat volledig is opgestart.

Signaalsterkte Als het apparaat volledig opgestart is, dienen signaallampjes 1-4 als een staafdiagram, die laat zien hoe dicht het apparaat zich bij de optimale signaalsterkte bevindt. Dit wordt automatisch geschaald op basis van het verbindingsbereik, de antenneversterking en de geconfigureerde TX-voeding van het externe apparaat. Elk signaallampje heeft drie mogelijke standen: Aan, knipperen, en uit. Bij een optimale verbinding, zouden de signaallampjes ononderbroken moeten branden. Als de verbinding 1 dB minder sterk wordt, gaat signaallampje 4knipperen; bij een verlies van 2 dB gaat signaallampje 4 uit. Hieronder ziet u een volledig overzicht van alle standen van de signaallampjes.

Verlies in dB
0 -1 -2 -3 -4 -5 -6
-7 -8 -9 -10 -11 -12 -13

Link-lampje (Verbindingslampje)

Uit

RF uit

Synchroniseren

SSID uitzenden

Registreren

Aan

Operationeel

GPS-lampje

Uit

Geen GPS-synchronisatie

Buiten bedrijf (zwak signaal)

Aan

Operationeel (sterk signaal)

MGMT-lampje

Uit

Geen Ethernet-verbinding

Aan

Ethernet-verbinding tot stand gebracht

Willekeurig knipperen

Ethernet-activiteit

Datalampje

Uit

Geen Ethernet-verbinding

Aan

Ethernet-verbinding tot stand gebracht

Willekeurig knipperen

Ethernet-activiteit

Voedingslampje

Uit

Geen voeding

Aan

Ingeschakeld

Beheerpoort

10/100 Mbps, beveiligde Ethernet-poort voor configuratie. In-Band Management is standaard ingeschakeld in de airFiber-configuratie-interface. Als In-Band Management is uitgeschakeld, is de MGMT-poort de enige poort die firmware kan controleren, configureren en/of bijwerken.

Reset-knop

Houd de Resetknop langer dan 10 seconden ingedrukt als het apparaat al is ingeschakeld en u het apparaat opnieuw wilt instellen op de fabrieksinstellingen.

Datapoort

Gigabit PoE-poort voor de verwerking van al het gebruikersverkeer en om het apparaat van stroom te voorzien.

Installatieoverzicht

Wij raden u aan uw gekoppelde AF-4X-radio’s te configureren voordat u ze op locatie installeert. In het overzicht hieronder staat een samenvatting van de installatieprocedure. In de daarna volgende gedeelten vindt u meer informatie over de installatie.

Power over Ethernet verbinden

  1. WAARSCHUWING: Gebruik alleen de meegeleverde adapter, model POE-24-AF5X. Als u dit niet doet, kan het apparaat beschadigd raken en kan de productgarantie vervallen.

Configuratie van airFiber

Gebruik de airFiber-configuratie-interface om de volgende instellingen te configureren:

Herhaal de instructies in het gedeelte airFiber-configuratie, ditmaal voor de andere radio.

Raadpleeg voor meer informatie over de airFiber-configuratie-interface de gebruikershandleiding voor airFiber X die beschikbaar is op ui.com/download/airfiber

Hardware-installatie

Installeren van een aardingskabel

  1. Bevestig het andere uiteinde van de aardingskabel aan een geaarde mast, paal, toren of aardingsblok op de installatie-locatie.
  2. WAARSCHUWING: Als uw airFiber-radio niet op de juiste wijze is geaard, vervalt uw garantie.

    Opmerking: De aardingskabel dient zo kort mogelijk te zijn en niet langer dan een meter lang.

Montage op een airFiber X-antenne

Volg de instructies in dit gedeelte om de AF-4X te monteren op een airFiber X-antenne of op een RocketDish-antenne die is uitgerust met de AF-5G-OMT-S45-ombouwkit.

Opmerking: Ga naar Montage op een RocketDish-antenne voor informatie over het monteren van de radio op een RocketDish met de meegeleverde universele beugel.

De airFiber X-antenne AF-5G30-S45 staat afgebeeld in dit gedeelte:

Montage op een RocketDish-antenne

Opmerking: Raadpleeg Montage op een airFiber X-antenne als u de AF-4X monteert op een RocketDish die uitgerust is met de AF-5G-OMT-S45-ombouwkit.

De RocketDish RD-5G30-antenne staat afgebeeld in dit gedeelte:

Montage van de externe GPS-antenne

Bepaal een montagepunt met ongehinderd zicht naar de lucht, boven de radio en er zo ver mogelijk vandaan.

  1.  
  2. OF

Power over Ethernet verbinden

  1. WAARSCHUWING: Gebruik alleen de meegeleverde adapter, model POE-24-AF5X. Als u dit niet doet, kan het apparaat beschadigd raken en kan de productgarantie vervallen.

Optioneel

Overspanningsbeveiliging

Voor extra bescherming kunt u twee overspanningsbeveiligingen aanbrengen, zoals de Ubiquiti Ethernet Surge Protector, model ETH-SP-G2, aan het uiteinde van elke verbinding. Breng de eerste overspanningsbeveiliging aan op minder dan een meter afstand van de airFiber DATA-poort. Breng daarna de tweede overspanningsbeveiliging aan bij de ingang van de locatie van de behuizing van de bekabelde netwerkapparatuur.

Uitlijning

Tips

Een verbinding tot stand brengen

Pas de posities van de Master en Slave aan om een verbinding tot stand te brengen. Het volgende gedeelte gaat over de airFiber X-antenne, AF-5G30-S45:

Opmerking: De Master moet eerst op de Slave worden gericht, omdat de Slave geen RF-signaal verzendt tot deze een zendsignaal van de master detecteert.

  1. Master Richt de Master visueel op de Slave. Pas de azimuth en de elevatie aan om de positie van de Master te wijzigen.

    De azimuth aanpassen:

    1. Draai de vier flensmoeren op de twee poolklemmen los.
    2. Draai de antenne in de richting van het andere uiteinde van de verbinding.
    3. Draai de vier flensmoeren op de twee poolklemmen vast.

    Pas de elevatiehoek aan:

    1. Draai de zes zeskantbouten tot deze los zit, zodat de onderlegringen met de hand vrij kunnen draaien.
    2. Draai de bout voor hoogteafstelling vast of los om de gewenste kanteling in te stellen.
    3. Draai de zes zeskantbouten vast.
  2. Opmerking: Voer NOOIT op de Master en de Slave tegelijkertijd aanpassingen uit.

  3. Slave Richt de Slave visueel op de Master. Pas de azimuth en de elevatie aan om de positie van de Slave te wijzigen, zoals beschreven in stap 1.
  4. Controleer of er een verbinding tot stand is gebracht. Controleer of het LINK-lampje ononderbroken groen brandt en of de signaallampjes van de Slave signaalsterkte weergeven.

  5. Slave Richt de Slave op de Master om een optimale signaalsterkte op de Master te bereiken.
  6. Opmerking: Zie het gedeelte over de signaallampjes voor meer informatie over de signaalwaarden.

    Opmerking: Voor de maximale signaalsterkte kunt u het beste een aantal keer bij azimuth en elevatie kijken wat het beste resultaat geeft.

  7. Master Richt de Master op de Slave om een optimale signaalsterkte op de Slave te bereiken.
  8. Herhaal stap 4 en 5 tot de verbinding optimaal is en alle vier de signaallampjes ononderbroken branden. Zo krijgt u de optimale datasnelheid tussen de airFiber-radio’s.
  9. Vergrendel de uitlijning van beide airFiber-antennes door alle moeren en bouten aan te draaien.
  10. Kijk, terwijl u de moeren en bouten aandraait, steeds goed of de waarden van de signaallampjes van alle airFiber-radio’s constant blijven. Als een van de waarden van de signaallampjes tijdens het aandraaien verandert, draai dan alle moeren en bouten weer los. Rond de uitlijning van elke airFiber-antenne nogmaals af en draai de moeren en bouten dan weer aan.

Raadpleeg voor uitgebreide informatie over het configureren van een airFiber-verbinding de gebruikershandleiding voor airFiber X, die beschikbaar is op ui.com/download/airfiber

Verantwoordelijkheid voor conformiteit van de installatie

Apparaten moeten vakkundig worden geïnstalleerd en de professionele installateur is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat wordt gebruikt volgens de lokale wettelijke vereisten.

De velden Output Power (Uitgangsvermogen), Antenna Gain (Antenneversterking), Cable Loss (Kabelverlies) en Frequency (Frequentie) zijn bedoeld om de professionele installateur te helpen bij het voldoen aan de wettelijke vereisten.

Specificaties

AirFiber AF-4X

Afmetingen

224 x 82 x 48 mm (8,82 x 3,23 x 1,89")

Gewicht

0,35 kg (0,77 lb)

RF-connectors

(2) RP-SMA weerbestendig (CH0, CH1)

(1) SMA weerbestendig (GPS)

GPS-antenne

Externe, magnetische basis

Voeding

24V, 1A PoE Gigabit-adapter (meegeleverd)

Voedingsbron

Passieve stroom via Ethernet

Certificeringen

FCC deel 15.407

CE EN 302502 v1.2.1, EN 301 893 v1.7.1

Bedrijfstemperatuur

-40 tot 55° C (-40 tot 131° F)

Netwerkinterface

Datapoort (1) 10/100/1000 Ethernet-poort
Beheerpoort (1) 10/100 Ethernet-poort

Systeem

Processor INVICTUS IC
Maximale doorvoer 500+ Mbps
Versleuteling 128-bit AES
OS airOS F
Wireless-modi Master/Slave

Radio

Bedrijfsfrequentie 4700-4990 MHz
(afhankelijk van regionale regelgeving)
Max. zendvermogen 24 dBm
(afhankelijk van regionale regelgeving)
Nauwkeurigheid van frequentie ± 2,5 ppm zonder GPS-synchronisatie
± 0,2 ppm met GPS-synchronisatie
Kanaalbandbreedte Selecteerbare, programmeerbare up- en downlink-
werkcycli van 3,5/5/7/10/14/20/​28/30/40/50/56 MHz*

* De kanaalbreedten kunnen variëren en zijn afhankelijk van de regelgeving per land/regio.